Na de aanname van de islam c. 950 door de Kara-Khanid Khanate en de Seljuq Turken, die beide worden beschouwd als de etnische en culturele voorouders van de Ottomanen, de bestuurstaal van deze staten verwierf een grote verzameling leenwoorden uit het Arabisch en het Perzisch. Turkse literatuur tijdens de Ottomaanse periode, met name de gedichten van de divans, werd sterk beïnvloed door het Perzisch, inclusief de adoptie van poëtische meters en een grote hoeveelheid geïmporteerde woorden. De literaire en officiële taal tijdens het Ottomaanse rijk (ca. 1299-1922) wordt genoemd, een mengsel van Turks, Perzisch en Arabisch dat aanzienlijk verschilde en grotendeels onbegrijpelijk was voor de alledaagse Turkse tijd van de periode. Het alledaagse Turks, bekend als kaba Türkçe of 'ruig Turks', gesproken door de lager opgeleide en ook landelijke leden van de samenleving, bevatte een hoger percentage van de moedertaal en diende als basis voor de moderne Turkse taal. [Ottomaanse Turkse taal][Islam][Ottomaanse poëzie] |