Het standaard Atari-besturingssysteem bevatte slechts zeer kleine routines voor toegang tot diskettestations. Een extra laag, een schijfbesturingssysteem, was nodig om te helpen schijf-toegang op bestandsniveau te organiseren. Dit stond bekend als Atari DOS, en zoals de meeste thuiscomputerdoses van die tijd moest bij elke power-on of diskette worden opgestart vanaf diskette. In tegenstelling tot de meeste DOS's was Atari DOS volledig menu-gestuurd.
DOS 1.0 - Initiële DOS voor Atari. DOS 2.0S, 2.0D - Verbeterd ten opzichte van DOS 1.0, werd de standaard voor de 810 diskdrive. 2.0D was voor de nog nooit uitgebrachte 815-schijf. DOS 3.0 - Kwam met 1050 schijf. Gebruikt een ander schijfformaat van eerdere DOSes en was niet compatibel met DOS 2.0, waardoor het erg impopulair was. DOS 2.5 - DOS 3.0 vervangen door latere 1050s. Functioneel identiek aan DOS 2.0S, maar in staat om verbeterde Density-schijven te lezen en te schrijven. DOS 4.0 - Ontworpen voor 1450XLD, geannuleerd, rechten teruggegeven aan de auteur. DOS XE - Ontworpen voor de XF551-drive.
Verschillende externe DOS-servers waren ook beschikbaar, soms behoorlijk geavanceerd, zoals SpartaDOS X.
|