Draaien en draaien in de zich verbredende boel De valk kan de valkenier niet horen; Dingen vallen uit elkaar; het centrum kan niet vasthouden; Alleen de anarchie is op de wereld losgelaten, Het bloeddimperige getij wordt losgemaakt en overal De ceremonie van onschuld is verdronken; Het beste ontbreekt alle overtuiging, terwijl het ergste Zijn vol van gepassioneerde intensiteit.
Er is zeker enige openbaring nabij; Zeker, de wederkomst is nabij. De wederkomst! Die woorden zijn nauwelijks uit Wanneer een enorm beeld van Spiritus Mundi Maakt me zorgen: ergens in het zand van de woestijn Een vorm met leeuwlichaam en het hoofd van een man, Een blikblank en meedogenloos als de zon, Verplaatst zijn trage dijen, terwijl alles erover Reel de schaduwen van de verontruste woestijnvogels. De duisternis daalt weer; maar nu weet ik het Die twintig eeuwen van stenige slaap Were waren nachtmerrie door een wiegende wieg, En welk ruw beest, zijn uur komt eindelijk ten einde, Slinks richting Bethlehem om geboren te worden?
"The Second Coming" is een gedicht geschreven door de Ierse dichter W. B. Yeats in 1919, voor het eerst gedrukt in The Dial in november 1920, en daarna opgenomen in zijn verzameling verzen uit 1921, Michael Robartes en de danser. Het gedicht maakt gebruik van christelijke beelden over de Apocalyps en de Tweede Komst allegorisch om de atmosfeer van het naoorlogse Europa te beschrijven. Het gedicht wordt beschouwd als een belangrijk werk van modernistische poëzie en is herdrukt in verschillende verzamelingen, waaronder The Norton Anthology of Modern Poetry. [Apocalypse][Allegorie] |